Praten over het levenseinde, vanzelfsprekend?

Ik merk, in gesprekken met anderen en ook bij mezelf, dat praten over het levenseinde niet vanzelfsprekend is. Soms kan de aanleiding zijn een vraag naar je wensen voor 2019. Tijdens de jaarwisseling speelde ik met een groep vrienden Openhartig Vuurwerk, een kaartspel om wensen, ideeën en voornemens te delen. Ik houd van zulk soort spellen, tijdens Thanksgiving (een familie-traditie overgehouden aan ons verblijf in Amerika) komen dergelijke vragen ook altijd bij ons op tafel.

De vraag tijdens oud en nieuw was “wat zijn je wensen voor dit jaar?” Een van onze groep zei dat hij zijn administratie op orde wilde brengen, voor het geval hem iets zou overkomen. Dat raakte iets bij mij. De dag ervoor tijdens een wandeling, was die wens bij mij ook omhoog gekomen. Want ook al heb ik in mijn werk in de palliatieve zorg daar de nodige gesprekken over gevoerd, praten over je eigen levenseinde is toch wel even anders. En het regelen nog weer een stap verder.

Dat heb ik afgelopen maanden ook bij andere zorgverleners ervaren, toen we het hadden over besluitvorming in de palliatieve fase. In de cursus Palliatieve Zorg, die ik geef,  zijn we niet alleen bezig met hoe we daarin anderen kunnen begeleiden, maar ook hoe je er zelf in staat. Deze zorgverlener herkende haar neiging de vraag over haar eigen levenseinde te vermijden. Ook herkende ze haar eigen angst, haar doodsangst. Ze had ergens de gedachte dat zodra ze er over zou praten, het noodlot toe zou slaan. Toen ze die angst herkende,  erkende en die ontspande, kwam er ruimte om zich te bezinnen over welke wensen zij nu zelf had. Na het nodige graafwerk werd haar duidelijk wat ze daarin wilde, belangrijk vond. Kon dat vervolgens helder delen met haar man en dochter. Het werd voor haar een bijzonder moment van verbinding. Ik zie uit naar de start van een nieuwe cursusgroep Palliatieve Zorg morgen in Maastricht en 11 april in Tiel!

Wat maakt nou dat het niet vanzelfsprekend is te praten over je levenseinde? Als ik naar mezelf kijk, zie ik mijn zoeken naar harmonie. Het enneagram hielp mij deze drijfveer te herkennen. Het levenseinde brengt afscheid nemen met zich mee. Dat doet pijn, is rauw en hartverscheurend, dat is verre van harmonieus. Logisch dat ons brein dat probeert te vermijden. Ons eigen levenseinde onder ogen zien vraagt dus verduren van ongemak. Terwijl ik dit schrijf merk ik bij mezelf ook nu dat ik de neiging heb te sussen, te bagatelliseren. Overlevingsdelen komen automatisch in werking. Hoe zinvol is het, bij jezelf (en de ander) te herkennen of het gaat om de beleving te verkleinen van iets heel pijnlijks in het hier-en-nu, wat beschermend is en je helpt overeind te blijven. Waar niks mis mee is. Of dat het gaat om het verdringen ervan, op een moment dat we niet hoeven te overleven, maar kunnen leven. Dan kunnen we verantwoordelijkheid nemen vanuit ons gezonde deel om het innerlijk (en je administratie) weer op orde te brengen.

Een praktisch handvat om je wensen naar boven te halen is Het Wensenboekje dat te downloaden is op de website doodgewoonbespreekbaar. Hierin is aan te geven wat in je laatste levensfase belangrijk is, wie je zou kunnen ondersteunen, wat je nog graag zou willen doen, wat en aan wie je wat wil nalaten, waar gegevens te  vinden zijn; of er nog iets is wat je zou willen bespreken en met wie, waar je zou willen sterven; of je alles geregeld hebt, zoals een zorgverklaring over behandelwensen en behandelgrenzen. Belangrijk om ook met je huisarts te bespreken.

In de overtuiging dat we allemaal een gezond deel hebben, bij deze mijn wens voor dit jaar, voor jou en mij: deel wat van belang is, laat (van) jezelf spreken! Zodat we voluit leven tot het einde.